De uitvoering van de dekvloer dient in overeenstemming te zijn met TV 193 - Dekvloeren - Deel 2: Uitvoering (WTCB, 1994).

Bij het plaatsen van de FIBANET glasvezel wapeningsnetten dient men aandacht te besteden aan volgende zaken:

• Het plaatsen van de wapening gebeurt nadat een eerste laag dekvloermortel met de correcte dikte werd aangebracht. De overige dekvloermortel wordt vervolgens bovenop de wapening aangebracht volgens het nat-in-nat principe.
• De hoogte waarop het wapeningsnet dient te worden aangebracht, hangt af van het type uit te voeren dekvloer:
• In niet-hechtende dekvloeren dient de wapening aangebracht te worden in het midden van de dikte van de dekvloer.
• Voor zwevende dekvloeren wordt de wapening voorzien tussen het onderste derde en de helft van de dikte van de dekvloer
• In hechtende dekvloeren ter hoogte van discontinuïteiten zoals leidingen of ingeval van dikke dekvloeren, wordt de wapening in de bovenste helft van de dekvloer voorzien om krimpspanningen te verdelen.
• De netten dienen steeds te worden geplaatst met een overlap van minimum 10 cm.
• Wanneer constructie- of uitzettingsvoegen voorzien zijn in de dekvloer dient ter plaatse van deze voegen de wapening te worden onderbroken. Hetzelfde geldt bij het gebruik van bewegingsprofielen. Het versnijden van de netten kan eenvoudig worden uitgevoerd met een scherpe schaar.
• Ter hoogte van verticale doorvoeren, kan het net plaatselijk worden onderbroken door het wegknippen van een gedeelte van het wapeningsnet.
• Gezien de wapeningsnetten worden geleverd op rol, dient bij de plaatsing steeds de wapening zodanig te worden gelegd dat het gewicht van de rol het opkrullen van het net tegen gaat. De uitvoerder dient de nodige aandacht te besteden aan het correct en horizontaal plaatsen van de wapening.